In groep 3 leren de kinderen drie belangrijke vakken, namelijk lezen, schrijven en rekenen. Dit worden ook wel de kernvakken genoemd. Deze vakken worden regelmatig getoetst, om te voorkomen dat kinderen in een vroeg stadium uitvallen of achterstanden oplopen.

Behalve de kernvallen wordt er ook ingezet op wereldoriëntatie, creativiteit en expressie en bewegingsonderwijs.

In dit artikel zetten we de belangrijkste informatie over wat een kind in groep 3 leert voor je op een rijtje. Bekijk voor het hoofdonderwerp van dit artikel ‘Cito-toets groep 3 oefenen‘.

Leren lezen in groep 3

Een kind in groep 3 leert lezen. Misschien is dat ook wel waar groep 3 het meest om bekend staat. Leren lezen gebeurt in vrij vlot tempo en de meeste scholen gebruiken een methode om dit voor elkaar te krijgen. Methodes die zich richten op lezen zijn ‘Veilig Leren Lezen’ en ‘Lijn 3’.

In de eerste schoolkweek leren kinderen al korte woorden lezen, zoals ‘hok’ en ‘bus’. Dit worden klankzuivere woorden genoemd. Dat betekent dat elke klank een eigen letter heeft en je het woord dus precies zo schrijft zoals het klinkt.

(Een niet-klankzuiver woord is bijvoorbeeld ‘hond’, want je hoort een ‘t’, maar schrijft een ‘d’ en dat is ook de reden dat kinderen in groep 3 dat woord niet als eerste leren.)

Het woord kat is fonologisch te spellen.

Als ouder zal het herkenbaar zijn dat kinderen de woordjes klank voor klank hakken en plakken. Dit zal echter steeds vloeiender gaan. De meeste leerkrachten slagen er in om voor de kerst alle kinderen aan het lezen te hebben. Door herhaling neemt het tempo toe.

Tip voor ouders: Spreek letters met hun klank uit en niet met de gangbare term volgens het alfabet. Het woord ‘kat’ wordt dan ‘k’, ‘a’, ‘t’ en niet ‘kaa’, ‘aa’, ‘tee’.

Leestoetsen

Het lezen wordt natuurlijk ook getoetst. Dat gebeurt om de ontwikkeling van een kind te kunnen volgen. Er is een verschil tussen toetsen op de korte en de lange termijn. Aan het einde van een blok zullen sommige methodes een klein toetsje doen, waarbij kinderen de woorden foutloos moeten schrijven. Dit is dan gebaseerd op de korte termijn en betreft woorden die de kinderen even daarvoor hebben geleerd. De toetsen op de langere termijn kijken naar het bredere plaatje. Hier worden de AVI-toets en de DMT-toets voor gebruikt.

AVI-toets

De AVI-toets (Analyse van Individualiseringsvormen) toetst hoe vlot en nauwkeurig een kind een verhalende tekst voor kan lezen. Aan deze toetsen wordt een AVI-score verbonden. Kinderen kunnen doorgroeien in deze AVI-scores tot ze het niveau AVI-Plus bereiken. Het verschilt per kind wanneer dat is.

Wil je dit oefenen met je kind? Lees dan veel boeken samen. Er zijn uitgeverijen die hun boeken uitgeven op het AVI-niveau van school. Kies dan altijd een boek uit dat een niveau hoger is dan waar je kind op dat moment is. Zo wordt het uitgedaagd om deze teksten sneller eigen te maken.

Leesboekjes op AVI-niveau voor beginnende lezers.

Tip: Wil je dat je kind plezier beleeft aan het lezen? Laat de boeken dan zoveel mogelijk door je kind zelf uitzoeken. Ook tijdschriften lezen kan een goede manier zijn om de leesvaardigheid te vergroten. Bij leren lezen geldt: vooral kilometers maken!

DMT-toets

De DMT-toets staat voor Drie Minuten Toets. Het is de bedoeling dat een leerling zo snel en foutloos mogelijk losse woordjes voorleest die op verschillende leeskaarten staan. Het niveau van die leeskaarten loopt op. Leerlingen kunnen dan opstromen naar een hoger niveau, tot ze het niet meer redden in de tijd of het aantal toegestane fouten.

Wist je dat je voor de DMT-toetsen kunt oefenen? Met leeskaarten zorg je ervoor dat het tempo van je kind toeneemt.

Schrijven

De meeste oudste kleuters zijn al druk bezig geweest met het verkennen van letters en klanken. Ook kunnen de meeste kleuters hun eigen naam al schrijven en kunnen ze de namen van gezinsleden schrijven of andere woorden en soms zelfs hele zinnen. In vrijwel alle gevallen schrijven oudste kleuters nog fonetisch. Dat betekent dat ze de woorden schrijven zoals ze ze horen. Het woord ‘heb’ is daar een voorbeeld van en wordt vaak nog als ‘hep’ geschreven. Dat is niet erg en gaat vanzelf over.

Oudste kleuters zullen ook nog met regelmaat letters spiegel. Dit zie je vaak bij de ‘e’ en de ‘f’ terug, maar er zijn ook kleuters die hun hele naam in spiegelbeeld schrijven.

Veel kleuters kunnen zelf hun naam schrijven.
De namen Sara, Sophie en Marly worden door deze kleuter foutloos geschreven. Bij de naam Maud wordt de laatste letter nog gespiegeld.
Kleuters spiegelen vaak nog hun naam. Dit is niet erg.
Deze kleuter schrijft namen nog gespiegeld.

Motoriek

Goed kunnen schrijven valt en staat met een juiste motoriek. Als ouders kun je je kind helpen door te werken aan de fijne motoriek (die ook wel kleine motoriek wordt genoemd). Je doet dit door je kind veel met zijn of haar handen te laten doen. Bouwen met lego is daar een mooi voorbeeld van, maar ook het leggen van puzzels en gewoon tekenen en schrijven, natuurlijk!

Spellingsregels

Het leren schrijven gaat gepaard aan de eerste spellingregels. Kinderen leren vanaf het begin af aan hoe woorden zijn opgebouwd en welke regels je daarbij gebruikt. Omdat het leren schrijven nog pril is, verschilt het van school tot school hoe er aan de spellingsregels gewerkt wordt. Dat geldt ook voor het schrijfonderwijs. Er zijn scholen die eerst losse schrijfletters aanbieden en dan pas de woorden aan elkaar laten schrijven, maar er zijn ook scholen die direct beginnen met aan elkaar schrijven. Daar is niet per definitie een goed of fout in. Het kan allebei, mits het met de juiste aandacht gebeurt.

Lezen, spellen en schrijven

Het mag duidelijk zijn: veel aandacht in groep 3 gaat uit naar het schrijf- en leesonderwijs. Daarbij zijn lezen, spellen en schrijven onlosmakelijk met elkaar verbonden. Jij als ouder of  verzorger kan een stevige bijdrage leveren door samen te lezen, te schrijven en te spellen.

Rekenen in groep 3

Oudste kleuters hebben leren tellen en in groep 3 wordt deze lijn voortgezet. Wel gaan de kinderen nu beginnen aan de leerdoelen voor rekenen, als vast onderdeel van de kerndoelen. Dit zijn doelen die door de overheid zijn vastgesteld en de hele basisschooltijd worden gevolgd om tot een uitstroom in groep 8 te leiden.

Daar zijn kinderen in groep 3 nog lang niet.

Wat dan wel?

Kinderen in groep 3 maken kennis met optellen en aftrekken, maar noemen dat ‘erbij’ en ‘eraf’. De tekens + en – worden in een later stadium gebruikt om echte sommen (kale sommen) te maken. Het verschil tussen een contextsom en een kale som is dat een contextsom het verhaaltje is en de kale som de som die je eruit kunt halen.

De som 4 + 3 aan de hand van een verhaaltje met appels.
Contextsom: Liv heeft 4 appels. Imran heeft 3 appels. Hoeveel appels hebben zij samen? De kale som: 4 + 3 =

Rekenen tot 10 en over de 10

In groep 3 leren kinderen eerst rekenen tot de 10 en daarna over de 10. Veel scholen hanteren de verliefde harten om aan te vullen tot 10. De verliefde harten zijn een manier om rekenen tot 10 te automatiseren, al betreft het eerder “aanvullen tot 10”.

Verliefde harten in groep 3

Met name de tientaloverschrijding (wanneer een som dus over de 10 gaat, zoals 8 erbij 4 of 7 erbij 5) wordt door veel leerlingen moeilijk gevonden en vereist oefening. Ook wanneer het eraf sommen betreft (12 eraf 4).

Sommen met tientaloverschrijding gaan over de tien heen.

In ons uitgebreide oefenboek voor groep 3 komen dit soort opgaven dan ook veelvuldig terug, zodat kinderen ze zich goed eigen kunnen maken.

Tellen tot 100

In groep 3 wordt eerst geteld tot 20, maar aan het einde is het de bedoeling dat alle kinderen tot 100 kunnen tellen. Dit houdt onder meer in dat:

  • Kinderen moeten heen en terug kunnen tellen (voor en achteruit);
  • Kinderen moeten bij een getal kunnen beginnen en zowel voor als achteruit kunnen tellen (bijvoorbeeld: de juf zegt 42 en een kind moet dan vooruit tellen naar 43, 44 enzovoorts of achteruit naar 41, 40 en 39).

Splitsen, verdubbelen en halveren

Tevens gaat in groep 3 aandacht uit naar het splitsen van getallen (8 is 4 en 4 of 8 is 6 en 2), het verdubbelen van een getal (het dubbele van 2 is 4) en het halveren van een getal (de helft van 6 is 3).

Klokkijken, meten en rekenen met geld

Tot slot is er nog ruimte voor beginnende vaardigheden rondom klokkijken, meten en rekenen met geld. Dit dient als voorbereiding voor groep 4.

Wereldoriëntatie

Lezen, rekenen en schrijven zijn de kernvakken. Daarnaast krijgen de meeste kinderen in groep 3 ook wereldoriëntatie. Het is wel afhankelijk van de school of hier al aan begonnen wordt en vaak ook hoe. Wereldoriëntatie gaat over de vakken aardrijkskunde, geschiedenis, natuur en techniek en mens en maatschappij (mens en samenleving).

Voor de meeste kinderen van zes jaar is dit een welkom vak, want volgens hun ontwikkeling krijgen kinderen op deze leeftijd meer interesse in de wereld om hen heen. Een goed moment dus om vakken als wereldoriëntatie aan te gaan bieden.

Wereldoriëntatie gaat over de volgende domeinen:

  • Aardrijkskunde = ruimte
  • Geschiedenis = tijd
  • Natuur en techniek = voorbereidende technische en scheikundige vaardigheden
  • Mens en maatschappij = voorbereidende maatschappijleer/ burgerschap

In groep 3 wordt de wereld om het kind heen stap voor stap verkend. Er wordt veelal vertrokken vanuit een herkenbare situatie om zo nieuwe zaken aan te leren.  

Creativiteit en expressie

Er is in groep 3 ook ruimte voor creativiteit en expressie. Scholen vullen dit volledig zelf in, maar besteden aandacht aan dans, drama, muziek, beeldende vorming en cultureel erfgoed. Kinderen leren met bepaalde materialen werken, maken nieuwe technieken eigen en leren te bewegen op muziek. Hun creativiteit wordt in deze vakken gerekt.

Er zijn lesmethodes voor kunstzinnige oriëntatie, maar er zijn ook scholen die zonder methodes deze lessen aanbieden.

Bewegingsonderwijs

Waar kleuters nog vrijwel dagelijks in de speelzaal waren te vinden, is het in groep 3 echt tijd voor bewegingsonderwijs. Ze leren hier dan ook allerlei vormen van spel en beweging uitvoeren, gebaseerd op een overzicht van leerlijnen (opgesteld door het SLO en Tule).

Activiteiten die je in een gymles van groep 3 zal zien zijn springen van mat tot mat, omhoog klauteren en aan balsporten doen. Ook spel- en spelinzicht worden geoefend, waarbij ruimte is voor sportief gedrag.

Leerkrachten die lesgeven aan hun eigen klas dienen een bevoegdheid te hebben voor bewegingsonderwijs. Dat is een speciale aantekening bovenop het diploma dat leerkrachten moeten hebben. Wanneer een leerkracht die aantekening niet heeft, zal een vakspecialist of collega met deze aantekening het vak geven. Het kan dus zijn dat bewegingsonderwijs niet door de eigen leerkracht wordt gegeven.

Iedere klas heeft per week verplicht twee uur bewegingsonderwijs.

Thuis oefenen voor groep 3?

Kinderen ontwikkelen zich in hun eigen tempo. Dat kan ook nog eens verschillen van vak tot vak (een goede rekenaar is niet per sé sterk in taal). Het ene kind gaat dan ook sneller vooruit dan het andere. De leerkracht heeft hier doorgaans oog voor en zal het onderwijs aanpassen op individuele behoeften en groepsbehoefte.

Het kan zijn dat de leerkracht je als ouder adviseer om thuis extra te oefenen voor taal of rekenen, of allebei. Dit heeft dan altijd een reden. Je kind blijft bijvoorbeeld achter of heeft gewoon meer tijd nodig. De tips in dit artikel helpen je om een bijdrage te leveren aan het ontwikkelen van je kind in groep 3.

Wil je nu zeker weten dat je kind op elk vak op niveau blijft? Dan heeft Bureau Bijles een uitgebreid oefenpakket voor je. Dit pakket kun je het hele jaar door gebruiken en naast de lessen van school gebruiken om een vinger aan de pols te houden en om uitval of achterstanden te voorkomen.

IEP- en Cito-toets Groep 3 Oefenen oefenboeken
  • IEP- & Cito-toets groep 3 oefenen deel 1 – M3
  • Help je kind met de toetsen in de eerste helft van groep 3.
  • Ruim 350 oefeningen
  • Gemaakt door leerkrachten
  • Complete voorbereiding op álle LVS-toetsen
  • €67 / digitaal
  • €97 / fysiek