Wil jij weten wat je kind in groep 6 leert? In dit artikel zetten we alle vakken uiteen die in groep 6 van de basisschool aan bod komen. We hopen je zo te kunnen helpen het overzicht te bewaren en waar nodig je kind te kunnen ondersteunen.
In het artikel beginnen we met de kernvakken, zoals taal, rekenen en lezen. Vervolgens gaan we het hebben over wereldoriëntatie, creatieve vakken, Engels en bewegingsonderwijs.
We geven je door het hele artikel heen tips over hoe je met je kind kan oefenen om te voorkomen dat je kind uitvalt of een leerachterstand krijgt. Heb je vragen? Neem dan gerust contact met ons op.
Inhoudsopgave
- 1 De doorgaande leerlijn van groep 5 naar groep 6
- 2 Technisch lezen in groep 6
- 3 Begrijpend lezen in groep 6
- 4 Spelling en werkwoordspelling in groep 6
- 5 Woordenschat
- 6 Mondeling onderwijs
- 7 Rekenen in groep 6
- 8 Thuis oefenen met taal en rekenen in groep 6
- 9 Wereldoriëntatie
- 10 Creativiteit en expressie
- 11 Bewegingsonderwijs
- 12 Engels
- 13 Megacognitie
- 14 Samen oefenen voor groep 6
De doorgaande leerlijn van groep 5 naar groep 6
De doorgaande leerlijn is een verplichting vanuit de overheid. De leerlijn heeft kaders geschept om te bepalen wat kinderen in groep 5 moeten beheersen om zonder problemen door te kunnen naar groep 6. Deze kaders zijn de kerndoelen. Die beschrijven globaal wat een school aan moet bieden aan kinderen vanaf groep 1 tot en met groep 8.
Het is op zich logisch dat er zo’n leerlijn is. Kinderen die in groep 6 breuken gaan doen, moeten wel kennis hebben van verhoudingen en de tafels. Je begint niet met breuken als je de basis nog niet kent.
Technisch lezen in groep 6
Kinderen in groep 6 horen het AVI-niveau E5 te beheersen. Dit is het niveau aan het einde van groep 5. Er is vaak veel verschil in het leesniveau van groep 6. Je hebt kinderen die al AVI-Plus zijn en dus geen AVI-toetsen meer hoeven te doen. Hun leesniveau is ver boven gemiddeld. Dan heb je de kinderen die keurig op niveau zijn en op E5 of M6 lezen. Tot slot heb je de kinderen die niet goed mee kunnen komen en op M5 of E4 zijn blijven steken.
Je zal zien dat als jouw kind niet goed mee kan komen met lezen, de leerkracht met extra opgaven komt om thuis te oefenen. Lezen blijft belangrijk, dus zet daar goed op in. Zeker als voorwaarde voor het begrijpend lezen.
Tip: Kinderen kunnen heel goed zelf hun leesvaardigheid verbeteren, door veel leeskilometers te maken. Hoe meer ze lezen, hoe beter dit zal gaan. Laat je kind dan ook altijd zelf een boek uitzoeken, zodat de motivatie groot is. Strips en informatieve boeken, tijdschriften over voetbal of paarden… alles is goed, als het maar te lezen is.
Tijd voor leesonderwijs op school
De wettelijke kaders voor technisch lezen worden door de organisatie School aan Zet als volgt vertaald naar een leestijdrichtlijn per week voor kinderen in groep 6.
- 90 minuten voortgezet technisch lezen aan de hand van een lesmethode;
- 60 minuten extra uitleg voor risicolezers;
- 45 tot 60 minuten stillezen van diverse tekstsoorten en activiteiten rondom het lezen en leesmotivatie.
Deze aanpak is in de eerste plaats bedoeld voor school, maar als ouder kun je er ook je voordeel mee doen. 45 tot 60 minuten stillezen lijkt misschien veel, maar gaat feitelijk maar om 10 tot 12 minuten per dag! Voor risicolezers is dat echt veel te weinig en zal de achterstand alleen maar groter worden.
Begrijpend lezen in groep 6
In groep 6 is begrijpend lezen een echt kernvak geworden. Het gaat richting de bovenbouw en groep 8 een steeds belangrijkere rol spelen. Een goed begrip van tekst is namelijk van essentieel belang om te kunnen functioneren in de maatschappij.
Waarom leren kinderen begrijpend lezen?
Kinderen leren begrijpend lezen, omdat begrip van teksten een voorwaarde zijn om te kunnen functioneren in de maatschappij. Door begrijpend lezen zijn brieven en informatievoorzieningen vanuit bijvoorbeeld de overheid beter te begrijpen, maar het zorgt er ook voor dat je de weg kan vinden, dat je weet wat er op het gebied van wonen en werken van je wordt verwacht. Bovendien heb je een goed tekstbegrip nodig om instructies op te volgen: van het koken van een avondmaaltijd tot het toedienen van bepaalde medicijnen.
Begrijpend lezen is het belangrijkste vak dat kinderen zich op de basisschool eigen moeten maken.
Leesstrategieën
Omdat de maatschappij een grote rol gaat spelen bij de doelen van begrijpend lezen in groep 6 worden er nieuwe leesstrategieën aangeboden, gecombineerd met andere tekstsoorten.
Kinderen in groep 6 leren onder meer:
- Complexere teksten te verklaren;
- Het verschil tussen feiten en meningen herkennen;
- De juiste informatie uit een bron halen;
- Informatie op juistheid controleren, vergelijken en beoordelen door meerdere bronnen (teksten) met elkaar te vergelijken.
Wil jij voorkomen dat jouw kind een achterstand oploopt bij begrijpend lezen in groep 6? Bekijk dan eens het uitgebreide oefenboek dat we op verzoek van ouders samengesteld hebben. Het voorziet in álle vaardigheden die een kind in groep 6 eigen moet maken.
Spelling en werkwoordspelling in groep 6
De spellingregels uit groep 5 worden in groep 6 verder uitgebreid met nieuwe categoriewoorden. Maar ook worden de regels voor het vervoegen van werkwoorden in groep 6 aangeleerd. Het gaat hier om tegenwoordige tijd, verleden tijd en de voltooide tijd.
Ben je vergeten hoe die regels ook alweer waren?
Tip: Hieronder zetten we de belangrijkste regels voor het vervoegen van werkwoorden nog even voor je op een rijtje.
Werkwoordspelling
Tegenwoordige tijd
Ik = stam, Jij (achter het werkwoord) = stam, Een ander/ jij (voor het werkwoord) = stam + t. Bijvoorbeeld: Zij wordt ziek. Het hele werkwoord is ‘worden’, de stam (-en eraf) is ‘word’, dus er komt een ‘t’ bij.
Verleden tijd
Zwakke werkwoorden (werkwoorden die niet van klank veranderen)
Ik/ Een ander = stam + te of stam + de, Wij/ anderen (meervoud) = stam + ten of stam + den
+ te(n) = als de laatste letter van de stam in ’t ex-kofschip zit
+ de(n) = als de laatste letter van de stam niet in ’t ex-kofschip zit
Bijvoorbeeld: Hij antwoordde niet. Het hele werkwoord is ‘antwoorden’, de stam is ‘antwoord’, het is een ander, ‘antwoord’ eindigt op ‘d’, (niet ’t ex-kofschip) dus + de.
Bijvoorbeeld: Hij mixte gisteren. Het hele werkwoord is ‘mixen’, de stam is ‘mix’, het is ik, ‘mix’ eindigt op ‘x’ (wel ’t ex-kofschip), dus +te.
Sterke werkwoorden (werkwoorden die wel van klank veranderen)
Je schrijft het woord zoals je het hoort.
Bijvoorbeeld: Hij zwom naar de overkant. Werkwoord is ‘zwemmen’, verleden tijd is ‘zwom’. Je schrijft het woord zoals je het hoort.
Voltooide tijd
Eindigend op ‘t’ of ‘d’ (als ze dat in verleden tijd, volgens ’t ex-kofschip, ook doen). Bijvoorbeeld: Ik heb gisteren gemixt.
Bijvoorbeeld: Hij heeft geantwoord.
Taalkundig en redekundig ontleden
In groep 6 gaat spelling nog verder. Het gaat in op redekundig en taalkundig ontleden. Bij taalkundig ontleden gaat het om het benoemen van woordsoorten in een zin. Bij redekundig ontleden gaat het om het benoemen van zinsdelen in een zin.
Hieronder zetten we de verschillen uiteen.
Taalkundige woordsoorten
- Lidwoorden: de, het en een;
- Zelfstandig naamwoord: huis, hok, hond;
- Bijvoeglijk naamwoord: het ‘bruine’ huis, de ‘zwarte’ jurk;
- Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord: de ‘fluwelen’ stoel, het ‘houten’ kistje;
- Voorzetsels: aan, achter, bij, op, enz.;
- Telwoorden: twee, drie, negentien, enz.;
- Voegwoorden (dit zijn woorden die zinnen aan elkaar voegen): het is koud ‘en’ het regent; we dragen een jas ‘omdat’ het fris is.
- Voornaamwoorden (woord dat naar iets of iemand verwijst): het papier ‘dat’ daar ligt; de computer ‘die’ stuk is.
- Werkwoorden: lopen, zwemmen, zagen, zeuren.
Redekundige begrippen:
- Onderwerp = wie of wat + persoonsvorm;
- Persoonsvorm = één werkwoord dat direct voor of achter het onderwerp staat;
- Werkwoordelijk gezegde = alle werkwoorden die in een zin zitten;
- Lijdend voorwerp = wie of wat + onderwerp + gezegde?
- Naamwoordelijk gezegde = koppelwerkwoord en naamwoordelijk deel.
Woordenschat
Hoe groter de woordenschat van een kind, hoe meer dit ten goede zal komen aan begrijpend lezen. Binnen begrijpend lezen en taal wordt dan ook aan woordenschat gewerkt. Kinderen krijgen ieder jaar, dus ook in groep 6, een nieuwe lijst aan woorden aangeleerd. In de meeste gevallen gebeurt dit vakoverstijgend en komen woorden ook terug bij wereldoriëntatie of expressie.
Mondeling onderwijs
Om tot begrip te komen en informatie beter te verwerken, wordt er ook steeds meer stilgestaan bij mondeling onderwijs. Dit kan in groep 6 op een aantal manieren gebeuren, namelijk:
- Informatie leren verwerken uit gesproken taal, door te luisteren, en deze informatie te verwerken (mondeling of schriftelijk);
- Zich leren uitdrukken naar vorm en inhoud bij het geven en vragen van informatie, het geven van een uitleg, het instrueren en het uitbrengen van verslag;
- Informatie kunnen beoordelen tijdens discussies en meningen en feiten van elkaar onderscheiden;
- Feiten kunnen onderbouwen met passende argumenten en op gepaste wijze reageren op iemand met wie je het niet eens bent.
Rekenen in groep 6
De rekenvaardigheden gaan in groep 6 verder waar ze in groep 5 zijn gebleven. Per rekenmethode kan het verschillen hoe er vorm aan wordt gegeven, al zal de doorgaande lijn in grote lijnen overal gelijk zijn.
Wat rekenen in groep 6 betreft komen de volgende items vast en zeker aan bod bij jouw kind.
Optellen en aftrekken
De getallen waarmee in groep 6 wordt gerekend worden nog groter en gaan voortaan tot 100.000. Kinderen in groep 6 verkennen ook het miljoen, als een getal met zes nullen.
Vermenigvuldigen en delen
Er worden grotere getallen vermenigvuldigd, zoals 45 x 12 en 90 x 22. Kinderen moeten dit op strategische wijze kunnen.
Tip: Blijf thuis de tafels herhalen. Een diploma dat in groep 4 is behaald voor de tafels moet ook goed onderhouden worden. Automatiseren kan sowieso geen kwaad, ook de sommen tot 20 en 100. Getalbegrip scheelt heel veel en is feitelijk aan te leren en te memoriseren.
Breuken en kommagetallen
Vaak is in groep 5 al begonnen aan rekenen met breuken en decimalen. In groep 6 komen daar halven, derden, kwarten bij, maar ook zevenden, zesden en tienden. De kinderen leren deze breuken en kommagetallen plaatsen op een getallenlijn, maar ze leren ze ook vereenvoudigen. De breuk 2/4 is hetzelfde als 1/2.
Meten en meetkunde
De metrieke stelsels voor lengte, gewicht en inhoud worden gebruikt om omtrek, oppervlakte en inhoud te berekenen. Ook leren kinderen hoe de maten met elkaar in verbinding staan. 1 dm3 is bijvoorbeeld hetzelfde als 1 liter. Het metrieke stelsel wordt altijd als uitgangspunt gebruikt.
Ruimtelijke oriëntatie
Ook ruimtelijke oriëntatie blijft van belang. Kinderen maken uit een plattegrond op hoe gebouwen eruit zien vanuit een bepaald gezichtspunt, maar ook hoe ver een afstand is (en soms al hoe lang ze daarover lopen of fietsen).
Verhoudingstabellen
In het verlengde van rekenen met breuken wordt er gewerkt met verhoudingstabellen. Het is belangrijk dat kinderen die verhoudingstabel goed aanleren, want in de bovenbouw wordt er van alles mee uitgerekend. Van snelheden tot recepten.
Tip: Veel leerkrachten leren de verhoudingstabellen aan voor vrijwel elk type som. Waarom? Omdat een verhoudingstabel altijd werkt. Het is dus goed om je kind dit snel eigen te maken.
Rekenen met tijd
Klokkijken gaat de verdieping in door naast minuten ook seconden te introduceren. De meeste sommen gaan nu over het tijdsverschil op analoge en digitale klokken.
Rekenen met geld
Er wordt gerekend met geld. De briefjes worden allemaal gebruikt en de berekeningen steeds complexer.
Tip: Laat je kind af en toe boodschappen halen en geld meenemen (contant geld!) om het rekenen met geld te trainen.
Thuis oefenen met taal en rekenen in groep 6
Ondanks strakke leerlijnen en kerndoelen, ontwikkelt ieder kind zich op een eigen manier. Daar is niets goed of fout aan. Wil jij jouw kind extra ondersteunen met de kernvakken? Bureau Bijles heeft op aanvraag van ouders van kinderen in groep 6 een uitgebreid oefenpakket laten maken door leerkrachten en andere professionals uit het onderwijs. Niet alleen bereidt dit oefenpakket optimaal voor op alle Leerling in Beeld- en Cito-toetsen, ook zorgt het ervoor dat kinderen de basis van de vakken eigen maken. Daarmee voorkom je achterstand en houdt een kind de motivatie in het leren.
Wereldoriëntatie
In groep 6 worden methodes gebruikt voor de zaakvakken geschiedenis, aardrijkskunde, natuur en techniek. Deze lessen worden gegeven aan de hand van die methodes, maar er wordt ook stilgestaan bij 21e eeuwse vaardigheden, burgerschap, levensbeschouwing en filosofie.
In ieder geval komen zeer waarschijnlijk de volgende onderwerpen voorbij:
Geschiedenis
In groep 6 wordt doorgaans met de tijdvakken ‘jagers en boeren’ gestart, gevolgd door ‘Grieken en Romeinen’, ‘monniken’ en ‘ridders’. Het betreft de vaderlandse geschiedenis vanaf de prehistorie tot de Middeleeuwen.
Aardrijkskunde
Wat aardrijkskunde betreft komen deze onderwerpen aan bod: grondsoorten in Nederland, elementen van het landschap, inrichting van een woonwijk, dorp of stad, bestuur, natuurorganisaties, bijzondere gebouwen in steden, waterwerken, bevolking, godsdienst, weer en klimaat, energiebronnen, bomen en bossen en bergen.
Natuur en techniek
Wat natuur en techniek leren kinderen in groep 6 vooral over de volgende onderwerpen: planten indelen in hoofdgroepen, planten en dieren in soorten delen op basis van kenmerken, gedaanteverwisselingen van sommige diersoorten, bouw van het skelet, functie van het skelet, overeenkomsten en verschillen tussen mensen en zoogdieren, de functie van een wortel, het blad en de stengel van een plant, kracht, licht, geluid, magnetisme en temperatuur, weer en klimaat, materialen en natuurverschijnselen.
Excursies
In groep 6 zullen op veel scholen ook regelmatig excursies plaatsvinden. Daarbij gaan de kinderen langs bij bedrijven in de regio om kennis te maken met bijvoorbeeld een fabriek of boerderij. Dit alles zal hen helpen om de wereld om hen heen beter te begrijpen.
Tip: Ga zelf ook eens naar een museum met je kind. Dit biedt veel meer dan alleen het museum zelf, maar zal diverse vaardigheden van je kind verscherpen. Door er vervolgen ook nog eens samen over te praten werk je aan een stuk begrip en breid je de woordenschat verder uit!
Creativiteit en expressie
In groep 6 wordt het vak creativiteit gebezigd. Ook expressie krijgt ruimte.
Creativiteit
Bij creativiteit gaat het in groep 6 om tekenen, schilderen en knutselen. Er wordt gewerkt met verschillende materialen en geëxperimenteerd met technieken. Ook voor vrij tekenen zal ruimte zijn.
Expressie
Expressie leert kinderen hun lichaam te gebruiken om uit te beelden. Dit wordt aangeleerd middels dans, drama, muziek en spel.
Bewegingsonderwijs
Het vak bewegingsonderwijs staat twee uur per week op het programma. Er wordt gewerkt conform de doelen van SLO en Tule. Er zal aandacht zijn voor bewegingsvormen en spel. De meeste scholen hebben een vakleerkracht voor gym, maar ook de eigen leerkracht kan over een bevoegdheid beschikken en zelf de lessen geven.
Engels
In groep 6 wordt Engels op speelse wijze aangeleerd, in de meeste gevallen met een methode. Er is geen doorgaande lijn naar het voortgezet onderwijs en Engels is er vooral ter oriëntatie. Afhankelijk van de school is er al in groep 1/2 met Engels begonnen.
Megacognitie
Het leren leren wordt ook wel metacognitie genoemd. Je zou het ook beginnend studeren kunnen noemen. Er komen zaken voorbij als:
- Verbanden leggen (hoe leg ik informatie naast elkaar en bepaal ik wat ik nodig heb?)
- Memoriseren (hoe leer ik een toets?)
- Plannen (wat is het doel? Hoeveel tijd heb ik? Wat is een handige volgorde?)
- Monitoren (Begrijp ik wat ik doe? Lukt het me? Wat doe ik?)
- Toetsen (Kloppen mijn antwoorden?)
- Corrigeren (Moet ik iets aanpassen? Hoe pas ik het aan?)
- Evalueren (Heb ik dit handig aangepakt? Zijn mijn doelen bereikt?)
- Reflecteren (Wat neem ik mee voor een volgende keer? Wat doe ik anders?)
Tip: Als je kind een spreekbeurt heeft, een werkstuk moet maken of een boekenbeurt moet doen, kun je de stappen hierboven gebruiken om aan metacognitie te werken.
Samen oefenen voor groep 6
Zoals je hebt kunnen lezen komt er behoorlijk wat lesstof af op kinderen in groep 6. Van veel ouders horen we terug dat groep 6 behoorlijk pittig is. Ben jij op zoek naar een manier om je kind te helpen? Bureau Bijles heeft een uitgebreid oefenpakket samengesteld voor kinderen in groep 6. In dit oefenpakket komen de doelen voorbij die kinderen moeten beheersen in groep 6 van de basisschool.
Je kan het boek het hele jaar gebruiken, door af en toe een paar opgaven te maken en te herhalen. Op die manier ontdek jij als ouder wat kinderen in groep 6 moeten leren, doet je kind kennis en ervaringen op, brengen jullie samen in beeld wat je kind nog moeilijk vindt en bereiden jullie je kind voor op alle toetsen die in groep 6 van belang zijn.
- IEP- & Cito-toets groep 6 oefenen deel 1 – M6
- Help je kind met de toetsen in de eerste helft van groep 6.
- Ruim 350 oefeningen
- Gemaakt door leerkrachten
- Complete voorbereiding op álle LVS-toetsen
- €67 / digitaal
- €97 / fysiek
- IEP- & Cito-toets groep 6 oefenen deel 2 – E6
- Help je kind met de toetsen in de tweede helft van groep 6.
- Ruim 350 oefeningen
- Gemaakt door leerkrachten
- Complete voorbereiding op álle LVS-toetsen
- €67 / digitaal
- €97 / fysiek
- IEP- & Cito-toets groep 6 oefenen deel 1 en 2 – M6/E6
- Help je kind met alle toetsen van groep 6.
- Ruim 700 oefeningen
- Gemaakt door leerkrachten
- Complete voorbereiding op álle LVS-toetsen
- Voordeliger combinatiepakket
- €117 / digitaal
- €147 / fysiek