Begrippen als ‘meer’ en ‘minder’ zijn voor ons zo vanzelfsprekend. Kinderen in groep 1 en 2 leren hier vaak al mee rekenen, maar pas in groep 3 wordt echt gewerkt met meer en minder. Hoe kun je nu op een leuke manier oefenen met meer en minder bij rekenen? In dit artikel leggen we het je uit.
Inhoudsopgave
Begrippen meer, minder en gelijk
Voor kinderen in groep 3 is het besef er dat er sprake kan zijn van meer, minder of evenveel (gelijk). Ze zien dat twee kinderen in een groepje minder is dan vier kinderen in een groepje. Maar wanneer het op grotere getallen aankomt, wordt het vaak lastiger.
Op scholen wordt vaak geoefend middels het hongerige vogeltje. Dit gebeurt al vele jaren zo. Wanneer het snaveltje naar links openstaat (>), staat daar het grootste getal, naar rechts (<), dan staat daar het grootste getal en wanneer beide getallen gelijk zijn, dan weet het vogeltje het niet (=) en kijkt het recht vooruit.
Werkblad meer en minder
Hieronder is een fragment te zien van een werkblad meer of minder.
Je ziet dat hierbij gebruik wordt gemaakt van de visuele vaardigheden van kinderen. Ze moeten de wormpjes tellen. In dit voorbeeld staan de wormen dwars door elkaar heen. Er zijn ook voorbeelden bekend waarin de wormen meer geclusterd staan en dus sneller te tellen is dat het om 8 gaat.
Van afbeeldingen naar concrete sommen
Al snel worden de afbeeldingen bij de sommen weggehaald. Er zijn geen wormpjes meer te zien, maar alleen nog getallen. Het getal 8 is meer dan 6, maar 9 is weer meer dan 8. Kinderen oefenen dit vaak. Uiteindelijk wordt dit geborgd en mag aangenomen worden dat kinderen weten wanneer een getal meer of minder is.
Hieronder een afbeelding van een kale som.
Fundament
Zoals met veel rekenstof in groep 3, wordt er een fundament gelegd voor het verdere rekenonderwijs. Meer en minder is van essentieel belang om later grotere rekensommen op te kunnen lossen. Bijvoorbeeld bij het aftrekken van sommen. Kinderen moeten daarbij feilloos aan kunnen zien welk getal het grootste is en waar het kleinere getal dus vanaf wordt gehaald. Daar is rekenen met meer en minder dus slechts een klein onderdeel van.
Meer en minder oefenen
Wil je meer en minder oefenen met je kind of met je leerlingen? Dat hoeft niet moeilijk te zijn. Geef ze gewoon een blad met grote en kleine getallen en maak gebruik van het vogelbekje, zoals hieronder:
2 < 5
6 > 2
4 = 4
Uiteraard kun je ook grotere getallen gaan gebruiken, als kinderen daar aan toe zijn.
Meer en minder in bewerking van sommen
In een later stadium moeten de kinderen een handeling uitvoeren voordat ze meer, minder of gelijk kunnen bepalen in een som. Bijvoorbeeld een rekensom als:
3 x 3 > 2 x 2
Aan de hand van de som 3 x 3 = 9 en de som 2 x 2 = 4 wordt bepaald dat de uitkomst van de som 3 x 3 meer is. Dit kan ook met deelsommen, zoals:
81 : 9 > 64 : 8
36 : 6 = 48 : 8
Hierbij moeten kinderen vaardigheden met elkaar combineren, zoals eerst de vermenigvuldiging of de deling uitrekenen en daarna bepalen of iets gelijk, meer of minder is.
Filmpjes om te oefenen
Speciaal om meer en minder op speelse wijze te oefenen, heeft Bureau Bijles een tiental filmpjes gemaakt. Deze zijn bedoeld om de begrippen meer en minder te oefenen en kunnen in willekeurige volgorde worden gebruikt. Prima te gebruiken als opwarmer in de les. Hieronder het eerste filmpje. Klik op de link onder het filmpje om naar de volledige pagina met alle tien de filmpjes te gaan in het leercentrum rekenen.